21 januari 2021
Raadsvergadering gemeente Bergen op Zoom,
Fractieleider Hans Peter Verroen van het CDA heeft met onderstaande verwoording en met unanieme stemmen de verordening WMO 2021 ter discussie gesteld. De raad stemde unaniem in met een BOB procedure (Beeldvorming Oordeelsvorming Besluitvorming).
Aanleiding voor deze diepgaande beoordeling van de verordening heeft zijn grondslag in het feit dat het de afgelopen maanden c.q. jaren zeer duidelijk is geworden dat besluitvorming die mensen direct raakt van zeer hoogwaardige en menselijke kwaliteit moeten zijn. Verordening WMO 2021 Bergen op Zoom
Voorzitter,
Voor ons ligt de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Bergen op Zoom
In het Sociaal Domein is de laatste tijd veel gebeurd. Denk aan de kindertoeslag affaire; denk aan de boodschappentas-affaire.
Het CDA is van mening dat wij moeten leren van de sociale lessen die hieruit te trekken zijn. En één les is superhelder: De Rechter in het bestuursrecht kijkt bij beoordeling altijd eerst naar de Gemeentelijke verordening, en pas daarna naar de achterliggende wet. Of dat nu Participatiewet is of WMO.
Juist dus de wetgever en de hier de opsteller van de verordening, DEZE RAAD dus, moeten in dat opzicht in de spiegel kijken…. En dan bezien of de strekking van/ de geest van de verordening uitademt wat wij in Bergen op Zoom in het Sociaal Domein willen. Of wij onze inwoners de hulp bieden op een manier die respectvol en zorgvuldig is én fair. -en dat behoeft dus zeker niet noodzakelijkerwijs in lijn te zijn met de modelverordening van de VNG.
In de beantwoording van de vragen ex art 36 die wij recent ontvingen staat bijvoorbeeld: “Het college heeft een zekere vrijheid inzake het bepalen van wat giften zijn”. Ik zou veel liever lezen: In de gemeentelijke verordening is aangegeven hoe deze gemeente omgaat met de definitie van inkomen”. DAT schept helderheid. Ook op vraag 14 staat : “Uiteraard informeren wij rechthebbenden”… en dan een verwijzing naar de website, waar heel algemeen -en niet specifiek vanuit ons perspectief- informatie gegeven wordt. Terwijl juist de bedoeling is dat er LOKAAL beleid wordt gemaakt.
Terug naar de voorliggende verordening:
Daar lezen wij bv in artikel 12 de kennis die verwacht wordt van de rechthebbende:
Artikel 12 Regels voor het PGB. lid g. er is bij de cliënt, dan wel diens vertegenwoordiger geen sprake van de volgende omstandigheden: aantoonbare schuldenproblematiek, aantoonbare gok- of drugsverslaving, aantoonbare fraude in het verleden, aantoonbaar analfabetisme of onvoldoende taal- of rekenvaardigheid, medisch aantoonbare sterke vergeetachtigheid/ verstandelijke beperking/ psychische stoornis, het leiden van een zwervend bestaan (welke een belemmering oplevert voor het beheer van een pgb), een dusdanige progressieve aandoening (of een kind in de groei) waarbij te verwachten is dat cliënt de met het pgb aan te schaffen hulpmiddel of sportvoorziening niet gedurende de gehele termijn van zeven jaar (vijf jaar in geval van een sportvoorziening) kan gebruiken en de maatwerkvoorziening tussentijds dient te worden vervangen. Waarom geldt dit ook voor de vertegenwoordiger of budgethouder?
Voorzitter, ik durf de stelling aan dat NIEMAND van deze commissie, noch 1 van de toehoorders aan deze uiterst brede definitie voldoet. Zelfs gekwalificeerde professionals vliegen elkaar regelmatig in de haren hierover, laat staan dat de zorgbehoevende -die meestal wel heel andere dingen aan het hoofd heeft dan dit soort regels- gekwalificeerd is. Artikel 12 sluit dus -strak en stijf geÏnterpreteerd- naar onze mening gewoon alle inwoners uit.
Verder rept artikel 19 over opschortingsgronden, waar we over zouden willen disutieren
Ook de direct te tekenen gespreksverslagen, die in de haast zouden kunnen leiden tot mogelijk verkeerde aanvraag zijn voor ons punt van discussie.
Eigenlijk moet iedere aanvrager zich laten bijstaan dor een zogenaamd onafhankelijk PGB vaardig persoon…. Nu is dat slechts een 10% die gebruik maakt van de stichting die dat aanbiedt.
Het CDA zou het voorstel van het college voor de verordening stevig willen en kunnen amenderen
Maar , Voorzitter, wil ik mijn collega’s een voorstel doen, in de geest van hoe wij nu werken:
Laten wij SAMEN de aanpassing van de verordening VOORAF laten gaan door een traject waar wij als raad SAMEN kijken, bv, BOB-traject, hoe de STREKKING van wat wij willen in het WMO-dossier (rechtvaardig, transparant, streng maar écht rechtvaardig, en luid en duidelijk over een KAN ipv een MOET bij gemeentelijke beleidsvrijheid) SAMEN in de raad doorlopen. EN DAARNA de verordening vast stellen. Het zou mij niets verbazen als de takendiscussie in het Sociaal Domein, mede gezien de opmerking in de beantwoording van onze vragen, dat er al een traject in opzet is, hierdoor in een versnellingstraject komt…. Dat zou dan mooi meegenomen zijn.
Ik zou mijn collega’s willen vragen hoe zij daarover denken en mochten er genoeg medestanders zijn, dan dit voorstel van de raadsagenda voor nu af te voeren.